Beleggers ABC
-
Aandeel
Een aandeel is een bewijs van eigendom in een bedrijf. Wanneer u aandelen van een bepaald bedrijf in bezit heeft, verkrijgt u stemrecht en mogelijke inkomsten uit dividend.
-
Aandelenindex
Een aandelenindex wordt ook wel beursindex of index genoemd. De AEX is een voorbeeld van een aandelenindex.
-
AEX
Beursindex van Amsterdam, vastgelegd aan de hand van de 25 grootste genoteerde ondernemingen.
-
AFM
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is de Nederlandse gedragstoezichthouder op de financiële markten.
-
AMX
Index van de 25 fondsen die na de fondsen in de AEX-index de grootste beurswaarde vertegenwoordigen op de Amsterdamse effectenbeurs. Ook bekend als Midkap.
-
Bank
Een bank is een financiële dienstverlener waar u onder andere een beleggingsrekening kunt openen om uw geld te beleggen.
-
Bedrijfsobligatie
Een obligatie die wordt uitgegeven door een onderneming. De vergoeding bestaat uit een vaste rente (coupon) die meestal jaarlijks wordt uitgekeerd. In het Engels worden dit type obligaties aangeduid als corporate bonds.
-
Beheerkosten
De kosten die periodiek door een vermogensbeheerder (dat kan ook een beheerder van een beleggingsfonds of ETF zijn) onttrokken worden aan het beheerde vermogen.
-
Beleggingsfonds
Een door deelnemers bijeengebracht vermogen dat de beheerder belegt in effecten. De beheerder voert een actief beleid of een passief beleggingsbeleid.
-
Beleggingshorizon
De periode waarover een belegger wil beleggen. De beleggingshorizon is van belang om goed te kunnen bepalen welk soort belegging het beste bij iemand past.
-
Beleggingsportefeuille
De combinatie van aandelen, obligaties, ETFs en andere effecten waarin men (een deel van) het vermogen heeft belegd.
-
Benchmark
Een objectieve maatstaf waarmee de prestaties van een beleggingsportefeuille, beleggingsfonds en ETF vergeleken worden. Veelal is dit een bepaalde marktindex.
-
Bestens order
De opdracht om op de effectenbeurs effecten te (ver)kopen tegen de eerstvolgende of best mogelijke koers, dat wil zeggen zonder koerslimiet.
-
Beursindex
Een gewogen gemiddelde van een aantal effecten dat verhandelbaar is op die beurs.
-
Beweeglijkheid
De mate waarin de waarde (of koers) van een effect fluctueert. Ook wel volatiliteit genoemd.
-
Biedkoers
De prijs waarop effecten kunnen worden verkocht.
-
Broker
Een financiële dienstverlener die zich uitsluitend richt op het aanbieden van beleggingsdiensten.
-
Cashdividend
Dividend dat uitgekeerd wordt in contanten.
-
Closed end beleggingsfonds
Een beleggingsfonds waarbij het aantal uitgereikte deelnemersbewijzen vastligt en de waarde daarvan in sterke mate afhankelijk is van vraag en aanbod. Tegenovergestelde van open end beleggingsfonds.
-
Coupon
Periodieke rente die doorgaans op een belegging in obligaties wordt vergoed.
-
Dagorder
Een effectenorder die uitsluitend geldt op de dag waarop zij is gegeven.
-
Derivaat
Beleggingsproducten, zoals opties, turbo’s en futures, waarvan de prijsvorming afhankelijk is van andere onderliggende waarden, zoals aandelen en obligaties. Ook wel afgeleide producten genoemd. Een ETF wordt niet geclassificeerd als een derivaat.
-
Dividend
Het deel van de winst dat periodiek aan de aandeelhouders van een onderneming wordt uitgekeerd.
-
Dividendbelasting
De belasting die wordt ingehouden door een onderneming op het dividend dat zij uitkeert aan haar aandeelhouders.
-
Dividendlekkage
Wanneer u als belegger niet kunt beschikken over het volledige dividend dat u zou hebben gekregen wanneer u rechtstreeks in de onderliggende effecten had belegd.
-
Dividendrendement
Het uitgekeerde dividend uitgedrukt in procenten van de koers van het aandeel.
-
Dividenduitkering
De uitkering van dividend aan houders van aandelen, ETFs en beleggingsfondsen.
-
DNB
Afkorting van De Nederlandsche Bank (DNB). Wij staan als financiële instelling onder het toezicht van De Nederlandsche Bank.
-
Doorlopende notering
Het gedurende de hele handelsdag op ieder gewenst moment verhandelbaar zijn van beursgenoteerde effecten.
-
Doorlopende order
Een effectenorder die, tenzij herroepen, geldt voor de duur van 28 dagen.
-
Effecten
Alle financiële instrumenten waar een belegger in kan investeren.
-
Effectenorder
De order van een cliënt aan de bank of broker in effecten om effecten te kopen of verkopen. Er zijn verschillende soorten orders mogelijk, zoals gelimiteerde orders, doorlopende orders en bestens orders.
-
ETF
Exchange Traded Funds (ETFs) worden in Nederland ook wel Trackers genoemd. Deze instrumenten combineren de spreiding van beleggingsfondsen met de verhandelbaarheid van aandelen tegen lage kosten.
-
Euronext
Euronext is een Europese effectenbeurs en opereert diverse beurzen in Europa waaronder die van Amsterdam en Parijs, in juni 2014 is het bedrijf door haar moedermaatschappij ICE naar de beurs gebracht.
-
Ex-dividend datum
Dit is de datum waarop het recht op dividend wordt toegekend aan een aandeel van een onderneming. Doorgaans vindt op een latere datum de daadwerkelijke uitbetaling van het dividend plaats.
-
Flat yield
De flat yield van een obligatie is de jaarlijkse couponuitkering gedeeld door de huidige koers. Voor ETFs wordt de flat yield berekend uit de gemiddelde couponuitkering van de onderliggende obligaties, rekening houdend met de weging van de betreffende obligaties in de ETF. De flat yield is slechts een indicatieve maatstaf omdat veel van de onderliggende obligaties van de ETF niet tot het einde van hun looptijd zullen worden aangehouden en omdat de koers van de onderliggende obligaties kan veranderen.
-
Fondscode
Een administratiecode die door de effectenbeurs wordt toegekend aan genoteerde effecten.
-
Fondsmanager
Een manager die aan het roer staat en de actieve strategie bepaalt van een beleggingsfonds.
-
Fysieke replicatie
Bij fysieke replicatie houdt de ETF alle aandelen of obligaties van de index aan in de juiste verhouding. Zo bent u met een VanEck AEX UCITS ETF de eigenaar van de 25 aandelen uit de AEX. Fysieke replicatie is de meest veilige methode om te beleggen in een index.
-
Gelijk gewogen index
Een gelijk gewogen index is een aandelenindex waarbij alle aandelen een even zware weging in de index hebben. Concreet betekent dit dat bij een index met bijvoorbeeld 100 aandelen, alle aandelen in beginsel 1% in de index vertegenwoordigen. Naast dat dit de spreiding vergroot in vergelijking met een marktkapitalisatie gewogen index, blijkt uit onderzoek ook dat dit een hoger rendement oplevert.
-
Gelimiteerde order
Een gegeven opdracht om effecten te kopen of te verkopen tegen een bepaalde maximale of minimale koers.
-
Gemiddelde Coupon
De coupon is het jaarlijkse rentepercentage dat door een obligatie-emittent over de nominale waarde van de obligatie wordt uitgekeerd. De gemiddelde coupon wordt berekend door het gemiddelde van de couponrentes van de onderliggende obligaties te nemen, rekening houdend met de weging van de betreffende obligaties in het fonds.
-
Hedgefund
Beleggingsfonds dat streeft naar een jaarlijks positief absoluut rendement en zich niet zozeer afzet ten opzichte van een benchmark. Daarnaast gebruikt een hedgefund meer beleggingsstrategieën dan een “normaal” long only-beleggingsfonds.
-
Herbelegging
Het opnieuw beleggen van ontvangen inkomsten uit dividenden, aflossingen of verkoop van bestaande effecten.
-
Huisfonds
Beleggingsfonds dat beheerd wordt en / of opgericht is door een bankinstelling die hieraan, doorgaans, zijn naam verbindt.
-
Illiquide
Geld dat niet beschikbaar is op korte termijn en een fonds dat slechts beperkt verhandelbaar is.
-
Index
Een index is een gemiddelde van een mandje onderliggende waarden. Naast bekende aandelenindices als de AEX en AMX zijn er ook indices op obligaties en beursgenoteerd vastgoed.
-
Indexfonds
Een fonds dat een marktindex volgt. Daarmee komt de doelstelling van het fonds overeen met een ETF. Bij een indexfonds kunt u maar één keer per dag een transactie uitvoeren in plaats van de gehele dag door zoals bij een ETF. Daarnaast zijn de kosten van een indexfonds vaak hoger dan van een ETF.
-
Indextracker
ETF, tracker en indextracker zijn verschillende begrippen voor hetzelfde product.
-
Interim dividend
Een tussentijdse uitkering van dividend aan houders van aandelen. Het daarna nog te betalen dividend wordt slotdividend genoemd.
-
Intrinsieke waarde
Het totaal van de actuele waarde van de effecten die in de ETF zijn opgenomen.
-
ISIN-code
Afkorting van International Security Identification Code. Ieder aan de beurs genoteerd effect heeft ter identificatie een unieke ISIN-code.
-
Koersrisico
Het koersrisico is het risico dat de koers van een effect een onverwachte (en vaak ongewilde) beweging maakt.
-
Koers-winstverhouding
De koers-winstverhouding wordt berekend door de huidige koers van het aandeel te delen door de winst per aandeel. De k/w-verhouding geeft weer hoeveel keer de winst van een bedrijf op de beurs wordt betaald door beleggers. Het is dan ook alleen bruikbaar bij winstgevende bedrijven.
-
Laatkoers
De prijs waartegen een belegger effecten kan aankopen.
-
Limiet
Zie “Gelimiteerde order”
-
Limietorder
Een gegeven opdracht om effecten te kopen of te verkopen tegen een bepaalde maximale of minimale koers.
-
Liquide
Beschikbaar geld, dadelijk invorderbaar of op zeer korte termijn verkrijgbaar.
-
Liquidity provider
De Liquidity Provider (LP), ook wel Market Maker genoemd, is een partij die op de beurs de markt onderhoudt. De LP geeft gedurende de handelsuren continu bied- en laatprijzen af voor de ETFs en vergroot daarmee de liquiditeit- of wel de verhandelbaarheid van de ETF. U hoeft hierdoor niet te wachten op een particulier die een tegengestelde transactie wil doen maar u kunt ook handelen tegen de LP.
-
Mandje
Een uit verschillende fondsen samengesteld aandelenpakket, met als doel het spreiden van risico’s.
-
Market maker
Een partij die op NYSE Euronext een markt in bijvoorbeeld ETFs onderhoudt.
-
Marktkapitalisatie
De meest bekende, en meest voorkomende vorm, is de naar marktkapitalisatie gewogen index. In een op marktkapitalisatie gewogen index krijgen fondsen met een hogere beurswaarde een zwaardere weging in de index. Deze ondernemingswaarde wordt gespecificeerd als marktkapitalisatie, het aantal uitstaande aandelen vermenigvuldigd met de koers. De marktkapitalisatie van een bedrijf is dus bepalend voor haar weging in de index.
-
Marktorder
Andere term voor bestens order.
-
Marktrisico
Dit is het risico op een daling van de (markt-)waarde, absoluut (in geld) dan wel relatief (ten opzichte van een benchmark).
-
Midcap index
Midcap index is een andere naam voor de Amsterdam Midkap Index (AMX).
-
Mixfonds
Een beleggingsfonds dat tegelijkertijd belegt in aandelen, obligaties, vastgoed en vastrentende waarden. Dit type fonds wordt ook wel aangeduid als multi asset fonds
-
NAV
NAV staat voor “Net Asset Value”. Dit is de intrinsieke waarde van de ETF bepaald op het slot van de vorige beursdag. De berekening van de NAV luidt: totale waarde / aantal uitstaande ETFs.
-
Obligatie
Een obligatie is een lening. Als u een obligatie koopt, leent u geld uit. Dat kan aan een onderneming zijn of aan een overheid. Meestal ontvangt u, als obligatiehouder, een vergoeding in de vorm van een couponrente.
-
Obligatiekoers
De prijs van een obligatie die als gevolg van vraag en aanbod tot stand komt op de obligatiemarkt. Deze koers beweegt omgekeerd evenredig aan de renteontwikkeling: daalt de rente, dan stijgen obligaties, stijgt de rente, dan dalen obligaties.
-
Open end beleggingsfonds
Een beleggingsfonds waarbij toe- en uittreding onbeperkt mogelijk is. Het aantal uitstaande deelnemersbewijzen is niet begrensd en hun waarde wordt in hoofdzaak bepaald door de effecten in het beleggingsfonds. Tegenovergestelde van closed end beleggingsfonds.
-
Orderboek
De algemene benaming voor een centraal administratief systeem voor de handel in effecten.
-
Passief beleggen
Indexbeleggen wordt ook wel passief beleggen genoemd; daarbij wordt zo nauwkeurig mogelijk een index gevolgd. Hiermee probeert u niet de markt te verslaan, maar deze simpelweg te volgen. Passief beleggen verschilt aanzienlijk van actief beleggen zoals dat gebeurt in de meeste beleggingsfondsen.
-
Prospectus
Een prospectus is een formele verklaring van een fonds en wordt uitgegeven voordat de aandelen worden aangeboden aan het publiek. In deze verklaring zet het fonds zijn doelstelling, de kosten, en andere feiten die de belegger moet weten om een goed geïnformeerde beslissing te kunnen nemen.
-
Record-date
De datum waarop, aan het einde van de beursdag, wordt bepaald welke rekeninghouders recht hebben op dividend, op basis van de dan aanwezige posities.
-
Rendement
De opbrengst van een belegging of investering uitgedrukt in een percentage van het daarmee samenhangende geïnvesteerde bedrag. Hierin dienen opbrengsten zoals dividend en couponbetalingen te worden meegenomen. Een investering van EUR 1.000,- die EUR 100,- opbrengt in een jaar heeft een rendement van 10%.
-
Securities lending
Onder securities lending (of in het Nederlands ‘effecten uitleen’) wordt verstaan het tijdelijk uitlenen van de onderliggende effecten van de ETF aan een derde partij.
-
Spread
Het verschil tussen de bied- en laatkoers.
-
Staatsobligatie
Een obligatie die wordt uitgegeven door een land. De vergoeding bestaat uit een vaste rente die meestal jaarlijks wordt uitgekeerd. Aan het einde van de looptijd wordt de hoofdsom (principal) terugbetaald.
-
Swap
Een swap is een derivaat waarbij een partij een bepaalde kasstroom of risico wisselt tegen dat van een andere partij. Deze constructie wordt gebruikt bij synthetische replicatie en hierdoor ontstaat tegenpartijrisico.
-
Synthetische replicatie
Deze ETFs beleggen niet in de aandelen of obligaties van een index. Bij synthetische replicatie wordt de index gevolgd met behulp van derivaten. Deze ETFs kennen een tegenpartijrisico bovenop het marktrisico omdat ze afhankelijk zijn van de tegenpartij. Voor sommige beleggingsvormen is synthetische replicatie simpelweg de enige manier om een index te volgen. Hierbij kan gedacht worden aan de meeste grondstoffen, maar ook aan erg moeilijk verhandelbare en/of exotische aandelen.
-
Tegenpartijrisico
Tegenpartijrisico ontstaat wanneer een beleggingsinstelling besluit om te werken met een swap of aandelen uitleent aan een derde partij. De reden dat dit tegenpartijrisico wordt genoemd, is omdat deze derde partij in gebreke kan blijven en hierdoor haar verplichtingen niet meer kan nakomen.
-
TER
De Total Expense Ratio (of in het Nederlands ‘totale kostenratio’) is een maatstaf voor de kosten die een beleggingsfonds of ETF in rekening brengt aan zijn aandeelhouders.
-
Tracker (ook wel ETF genoemd)
Trackers zijn beleggingsproducten die een index op de voet volgen. Ze combineren de voordelen van aandelen met die van een beleggingsfonds. Technisch gezien is een tracker een beleggingsfonds waarin alle aandelen van een index zijn opgenomen in een identieke verhouding. Daardoor is een tracker nagenoeg gelijk aan de stand van een index of een fractie daarvan.
-
UCITS
De afkorting UCITS staat voor: “Undertakings for Collective Investments in Transferable Securities”. Dit is een Europese richtlijn voor beleggingsinstellingen waar al onze ETFs aan voldoen. Wij zijn hierdoor verplicht om “UCITS” in de productnaam van de ETFs op te nemen.
-
VEB
Afkorting van Vereniging van Effectenbezitters, een vereniging die zich ten doel stelt het aandelenbezit in brede lagen van de bevolking te bevorderen en de individuele en collectieve belangen van aandeelhouders te behartigen.
-
Volatiliteit
De mate van beweeglijkheid van een aandeel of andere vermogenscategorie. Een hoge volatiliteit wil zeggen dat de koers grote uitslagen maakt, een stabiel aandeel dat nauwelijks van zijn plaats komt kent daarentegen een lage volatiliteit.
-
Volume
Aantal verhandelde contracten of transacties tijdens een bepaalde periode, bijvoorbeeld een handelsdag.
-
Yield
Engelse term voor het rendement op effecten (zoals dividend of rente) uitgedrukt in een percentage.
-
Yield to maturity
De yield to maturity geeft aan wat het rendement van een mandje obligaties zal zijn als naast het coupon rendement ook rekening wordt gehouden met de uiteindelijke aflossing van de obligaties op einde looptijd op nominale waarde. Hierdoor komt naast een couponrendement ook een eventuele koerswinst of –verlies tot uitdrukking. Voor een ETF die een obligatie index volgt, kan deze yield eigenlijk niet bepaald worden aangezien de obligaties die in de index zijn opgenomen ieder kwartaal gewijzigd kunnen worden, en vanwege de indexregels met grote waarschijnlijkheid niet tot einde looptijd opgenomen zullen zijn. In dit geval mag de yield to maturity hooguit als indicatie op basis van de actuele index worden gezien. Hoewel dit dus een indicatief cijfer is, geven we deze informatie toch omdat het in combinatie met het coupon rendement en de flat yield een vollediger beeld geeft.